maandag 5 november 2018

Gesloten deuren (Kostas Montis)



Het is even met de ogen knipperen voor wie bekend is met de Amerikaanse vertaling van Kleistes Portes (Gesloten deuren) van Kostas Montis. Waar in de Amerikaanse vertaling rigoureus is ingegrepen in de stijl van de auteur, met de bedoeling het boek voor het publiek vlotter leesbaar te maken, daar zijn in de Nederlandse vertaling door Hero Hokwerda nauwgezet de stilistische eigenaardigheden van Montis gehandhaafd. Daardoor moet je in het begin met een zeker gevoel van ongemak wennen aan het door vele parentheses onderbroken betoog. Wanneer je echter verder komt in de tekst, worden gaandeweg het belang en het nut van deze parentheses, waarin de hoofdpersoon als het ware reflecteert op zichzelf, duidelijk. Uiteindelijk blijkt de vertaalopvatting van Hokwerda, die hij uitgebreid motiveert in het nawoord, naar mijn idee de juiste, want de Nederlandse vertaling biedt een nauwkeuriger en indringender beeld van de bedoelingen van Montis dan de Amerikaanse, al leest hij minder gemakkelijk. 

Gesloten deuren is het antwoord van Montis op het in 1957 verschenen Bitter Lemons van Lawrence Durrell, over de in 1955 uitgebroken strijd van de Grieks-Cypriotische EOKA voor aansluiting, enosis, bij Griekenland. Waar Durrell een licht aanmatigend, neo-koloniaal standpunt inneemt, daar kiest Montis onvoorwaardelijk de kant van de EOKA. Op een enkele, tamelijk hilarische gebeurtenis na, zoals het incident tijdens een van de uitgaansverboden waarin een Grieks-Cyprioot, die zijn tuin bewatert, naar binnen wordt gestuurd, waarna een Engels patrouille een uur lang het watergeven afmaakt, is het een sterk dramatisch relaas over het lijden van de Grieks-Cyprioten en het verlangen naar enosis. Montis heeft nauwelijks oog voor de Turks-Cypriotische minderheid. Die komt enkel in beeld als een troep schurken uit het Aziatische achterland, door de Engelsen opgejut tot moord en doodslag. Ook vindt men er niets in terug over het onderlinge geweld tussen de Grieks-Cyprioten, waarvan vooral linkse activisten het slachtoffer werden. Dat komt misschien ook wel doordat Montis de strijd beschrijft door de ogen van een 15-jarige scholier, te jong om zich bij de EOKA aan te sluiten, hoewel hij daarnaar verlangt, en nog lang niet op een leeftijd voor bedachtzaamheid en nuance. 

Hoewel Montis elementen uit zijn eigen levensgeschiedenis gebruikt, zoals de dood van een oudere broer, overigens niet tijdens de opstand, maar lang daarvoor, is het, zoals Hokwerda in het nawoord schrijft, geen autobiografisch verhaal. Wel wordt Montis standpunt in het conflict duidelijk. Nadat men zich de stijl van Montis heeft eigengemaakt wordt het verhaal gaandeweg meeslepender. Jammer is dan ook het vrij abrupte einde. Op wat het hoogtepunt van de opstand lijkt, wordt ook de vader van de hoofdpersoon opgepakt en naar een van de Britse gevangenkampen gebracht. Hoe loopt het af, denk je al lezende in spanning, maar dan belanden we plotseling in de laatste hoofdstukken met de komst van de nieuwe, gematigde gouverneur, Sir Hugh Foot en de ondertekening van de verdragen van Londen en Zürich, die een einde maken aan de strijd. Montis noemt die de Overeenkomst. Een teleurstellende overeenkomst, die niet leidt tot enosis, maar wel tot het openen van de gevangenissen. Dan blijken de vader en de oudere zus van de hoofdpersoon niet terug te keren, maar hoe poëtisch het einde van het boek ook is, het is een verhaal dat niet helemaal af lijkt.

Gesloten deuren is moeilijk te begrijpen als men de historische context niet kent. Daarom geeft Hokwerda in het uitstekende nawoord een beknopt, maar degelijk overzicht van die context. Het is aan te bevelen om te beginnen met het nawoord en pas daarna te genieten van deze bijzondere novelle, die wat mij betreft al jaren geleden in het Nederlands had moeten verschijnen.

Kostas Montis - Gesloten deuren. Vertaling Hero Hokwerda. Uitgeverij Ta Grammata, Groningen 2010.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.