zaterdag 17 juli 2021

Indianenverhalen en mythen




Een goede vriend wees mij op de biografie van Eleanor of Aquitaine door Alison Weir, een al wat ouder boek, oorspronkelijk gepubliceerd in 1999 door Jonathan Cape en in 2007 heruitgegeven door Vintage. Ik ben, in wat ook al een wat grijzend verleden begint te worden, afgestudeerd in de contemporaine geschiedenis, maar ook zeer geïnteresseerd in andere perioden van het verleden. Ik ben een schoenmaker die zich liefst van diverse leesten bedient en dus volgde ik het advies op om het boek te lezen.

Laat ik met het positieve beginnen. Weir kan schrijven. Ze is in staat een meeslepend verhaal op papier te zetten en zelfs glimpen van Eleanor te laten zien in perioden dat zij weinig, of in het geheel niet in het bronnenmateriaal voorkomt. Ik ben van mening dat geschiedschrijving ook een vorm van literatuur bedrijven is, maar het moet wel geschiedenis blijven en dus moet het verhaal steunen op goed bronnenonderzoek. Het zelf invullen van blinde vlekken ten behoeve van het verhaal moet worden gemeden.

In eerste instantie kreeg ik de indruk dat Weir inderdaad stevig bronnenonderzoek heeft gedaan, maar al lezende begon het hier en daar te kriebelen en tenslotte rees bij mij de vraag of ze wel kritisch genoeg met haar bronnen is omgegaan. Ik heb er een artikel bij gepakt waarin Ralph V. Turner, emeritus hoogleraar geschiedenis aan de Florida State University in Tallahassee over Eleanor schrijft1. Turner publiceerde zelf in 2011 een veelgeprezen biografie over haar. In het bewuste artikel gaat het er onder meer om hoe Eleanor aan haar slechte reputatie komt en welke indianenverhalen en mythen zich in de loop der tijd rondom haar nagedachtenis hebben gevormd. 

Eleanor kwam krachtig op voor haar rechten als erfgenaam van het hertogdom Aquitanië, en later voor het erfgoed van haar zonen, wat leidde tot een breuk met haar eerste echtgenoot, Lodewijk VII van Frankrijk en met haar tweede man, koning Hendrik II van Engeland. Dat was onvoorstelbaar voor een vrouw in de twaalfde eeuw, een tijd die in de woorden van Turner 'submissiveness demanded of wives by a male dominated Church and a militarized aristocracy'. In 'a culture of honor and shame,' schrijft Turner, wordt over vrouwen die zich allerminst onderdanig opstellen al snel gezegd dat hun handelen te wijten is aan 'irrational, sentimental or libidous motives.' Hij noemt een aantal voorbeelden uit bronnen die Weir ook heeft gebruikt, maar waarbij zij dit onvoldoende onderkent. Zo noemt zij de 'adulterous affair' met haar oom Raymond van Antiochië weliswaar niet bewezen, maar wel aannemelijk, evenals de veronderstelde affaire met de vader van Hendrik II, zaken die Turner naar het rijk der fabelen verwijst. Zo neemt ze meer vooroordelen geheel of deels over, waardoor ik aan het verhaal van Weir begon te twijfelen, al bestempelt ze soms ook wel eens iets als een mythe, bijvoorbeeld het bestaan van 'love courts' aan het hertogelijk hof van Eleanor. Daar bloeide wel de troubadourscultuur die in het teken stond van de hoofse liefde, maar niet de carnale interpretatie die het verhaal van de 'love courts' oproept.

Er staat ook een aantal fouten en merkwaardigheden in het boek. Zo noemt ze op bladzijde 68 de beroemde sultan Saladin een 'Turkish Emir'. Nu bestaat over wat Saladin was onder de geleerden onenigheid, aldus een door mij geraadpleegd mediëvist, maar hij was in ieder geval geen Turk. Weliswaar was de uit Centraal-Azië afkomstige, Turkse stam van de Seldsjoeken na de slag bij Manzikert (1071) bezig aan een opmars in het Byzantijnse rijk, maar daar hoorde Saladin niet bij. Consequent noemt ze iedere moslim die ze tegenkomt een 'Turk', zo ook de islamitische inwoners van Sicilië, die duidelijk van Arabische afkomst waren, alsof ze vast vooruitblikt naar het veel later door de Osmaanse Turken ingevoerde millet-systeem.

Weir beweert ook dat Jeruzalem, na de verovering door Saladin (1187) tot in de twintigste eeuw in 'Turkse' handen zou blijven, waarbij ze de kortstondige periode (1229-1244) dat de stad, door toedoen van keizer Frederik II, weer even in christelijke handen was, voor het gemak maar overslaat. Even later laat ze Richard I (Leeuwenhart, een zoon van Eleanor) op de terugweg van de derde kruistocht landen in Pisa, om hem vervolgens door een stormwind naar Corfu te laten blazen, iets wat geografisch nogal onwaarschijnlijk is. Nadat Richard uit zijn Duitse gevangenschap terugkeert naar Engeland, overigens in gezelschap van de inmiddels voor een twaalfde eeuwse dame hoogbejaarde Eleanor, maakt hij kennis met 'de hertog van Leuven'. Hiermee bedoelt ze naar alle waarschijnlijkheid de hertog van Brabant. Onder keizer Frederik Barbarossa werd de graaf van Leuven namelijk verheven tot hertog van Brabant.

Eleanor komt in het verhaal van Weir naar voren als een zeer belangrijke, misschien wel de belangrijkste, middeleeuwse vorstin, met een wel buitengewoon bewogen leven. Uniek voor een twaalfde eeuwse hoogadellijke vrouw. De vraag is echter of we de historische Eleanor wel op de juiste wijze hebben leren kennen. Daarvoor is meer kritische zin nodig, het vermogen vooroordelen uit bronnen te filteren en minder slordigheid wat betreft de historische feiten. Door het boek heb ik echter wel veel zin gekregen om naar de echte Eleanor of Aquitaine op zoek te gaan.


Alison Weir - Eleanor of Aquitaine. By the Wrath of God, Queen of England. London (1999) 2007.


1. Ralph V. Turner - Eleanor of Aquitaine. In: Groniek nr. 198 (2013) p. 23-33. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.