In het historische centrum van Nicosia kunnen bezoekers nog altijd een kijkje nemen in het huis waar ooit de bekendste, of zo men wil beruchtste, dragoman Hadjigeorgakis Kornesios woonde. Van oorsprong was een dragoman een tolk, maar zijn functie omvatte meer. Hij was de schakel tussen het Turkse bestuur en de Griekse gemeenschap. Hij was de rechterhand van de aartsbisschop van Cyprus, die als hoofd van de Grieks-orthodoxe kerk verantwoordelijkheid droeg voor de rechtspraak over zijn gelovigen en voor de belastinginning. Dat laatste liet hij over aan de dragoman, die zich daardoor niet geliefd wist bij vele Cyprioten, maar ook bij de Osmaanse gezagsdragers op Cyprus was hij niet echt populair:
Hoewel een Griek, stond hij in rang direct onder de gouverneur en kon hij zich rechtstreeks richten tot de regering in Constantinopel (...). Ondanks zijn macht, was zijn positie niet altijd even benijdenswaardig. Gezien zijn rechtstreekse contacten met Constantinopel wekte zijn handelen menigmaal de woede van de Turkse aga’s op, terwijl de Grieken hem wantrouwden wegens zijn rol bij het vaststellen van de belastingen.*
Hadjigeorgakis Kornesios bekleedde de functie van dragoman vanaf het einde van de jaren ’70 tot zijn val in 1809. Net toen de invloed van de sultans op Cyprus een tijdlang weinig voorstelde. Door samen te spannen met de corrupte Osmaanse gezagsdragers ter plekke en door te rommelen met de belastinggelden steeg de ster van Hadjigeorgakis Kornesios tot hij een van de rijkste en machtigste mannen op het eiland was. Aan zijn woning is nog steeds te zien hoe hij zich omringde met de luxe die een heer van stand toekwam. Het maakte hem echter steeds gehater en niet alleen onder de Grieken. Dat het eiland in de praktijk bestuurd werd door christenen, veroorzaakte een toenemende onvrede onder de moslims en de Osmaanse pasja’s. Er hoefde maar weinig te gebeuren of Hadjigeorgakis Kornesios kon in grote problemen raken. Die kwamen er dan ook in 1804:
Geruchten over een dreigend voedseltekort, dat door de overheid zou zijn geschapen om de prijzen op te drijven en over een op handen zijnde belastingverhoging, leidden tot rellen in Nicosia (...). In de stad bestormden Turkse burgers het huis van de machtige, maar gehate dragoman Hadjigeorgakis Kornesios. Deze wist echter via de achtertuin te ontsnappen en uiteindelijk Larnaca te bereiken, waar hij bescherming kreeg van een van de Europese consuls.
Dit keer liep het voor de gehate dragoman nog goed af:
Enige tijd later, omstreeks half maart, wist de dragoman Larnaca te verlaten om hulp te zoeken in Constantinopel. Allereerst stuurde de Porte een inspecteur naar het eiland, die het verhaal van Hadjigeorgakis Kornesios bevestigde. Daarop besloot de sultan tot militair ingrijpen.
Dat geluk niet eeuwig duurt en het gezegde ‘hoogmoed komt voor de val’ ook toen gold, moest Hadjigeorgakis Kornesios ervaren in 1809:
In dat jaar werd hij beschuldigd van corruptie en deed de gouverneur een poging om hem te arresteren. Opnieuw wist de dragoman Nicosia te ontvluchten en naar Constantinopel te reizen. Daar genoot hij nog steeds de gunst van de grootvizier. Hij slaagde erin om zich, met steun van de Russische en Britse ambassadeurs, van alle blaam te zuiveren, maar in plaats van direct terug te keren naar Cyprus, bleef hij nog enkele maanden in de hoofdstad om familie en vrienden te bezoeken. Gedurende die tijd werd de grootvizier vervangen door een gezworen vijand van Hadjigeorgakis, waardoor zijn leven acuut gevaar liep. Dit besefte de dragoman maar al te goed, zodat hij vluchtte naar de Russische ambassade. Daar was hij veilig, maar enkele dagen voor Pasen bezocht hij, tegen het advies van de ambassadeur, thuis zijn gezin. Bij die gelegenheid werd hij gearresteerd en naar het huis van de grootvizier gebracht. De Britse en Russische ambassadeurs wisten van de sultan een bevel los te krijgen dat de dragoman geen haar mocht worden gekrenkt, maar daarmee waren zij te laat, Hadjigeorgakis was reeds op last van de grootvizier onthoofd (...). Vanaf die tijd werd de dragoman van Cyprus rechtstreeks benoemd door de Porte. Dat duurde echter niet lang, want in 1821 werd het ambt afgeschaft.
*De citaten zijn afkomstig uit: C.A. Klok, Afrodite en Europa. Een beknopte geschiedenis van Cyprus van de prehistorie tot heden. Baarna 2014 (Utrecht 2005).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.