dinsdag 2 juni 2020

Dordrecht, onbetwist de oudste stad van Holland



Als iemand van mijn generatie denkt aan de middeleeuwen, dan komen al snel de namen Floris en Ivanhoe bovendrijven. Twee populaire televisieseries uit de jaren zestig. De beelden waren nog in zwart-wit, waardoor veel kleurrijks verloren ging, en als we historicus Henk 't Jong mogen geloven, schortte er hier en daar nog weleens wat aan de correcte uitbeelding van die tijd. Het beeld dat veel mensen van geschiedenis hebben is 'dikwijls gebaseerd op Hollywoodfilms, strips, fantasyboeken' schrijft hij op zijn weblog, Apud Thuredrech, waarin hij onder meer vertelt hoe hij tot de geschiedenis, in zijn geval die van de middeleeuwen, is gekomen. 
Je hoeft geen historicus te zijn om te constateren dat Hollywood en aanklevende lieden die zich bezig houden met geschiedverbeelding er zo nu en dan een potje van maken. Ik vind het daarom een heel aardig idee dat 't Jong in zijn pas verschenen boek, De oudste stad van Holland, bij iedere periode waarover hij schrijft, naast enige uitleg, ook visueel maakt wat de mensen in die tijd droegen. Daarbij komt en-passant het verschil tussen de diverse standen aan bod.

De oudste stad van Holland gaat over de geschiedenis van Dordrecht en heeft als ondertitel: Opkomst en verval van Dordrecht 1000-1421. In tweehonderdtien zeer leesbare bladzijden, beschrijft Henk 't Jong het ontstaan van Dordrecht, haar bloeiperiode als belangrijkste stad van het graafschap en het begin van de langzame achteruitgang, die evident werd vroeg in de vijftiende eeuw, door een opeenvolgend aantal stormvloeden, met als gevolg dijkdoorbraken, verzilting van het land en het van lieverlee wegtrekken van de bevolking. Hij prikt daarmee meteen een populaire mythe door, namelijk dat in 1421 in een klap door een stormvloed, die duizenden doden tot gevolg had, de Biesbosch ontstond. Het mooie verhaal van de baby en de wieg, die aanspoelde bij Kinderdijk (soortgelijke mythes doen op diverse plaatsen in Europa de ronde) kan de prullenbak in. 
Hij prikt overigens meer verzinselen door. Bijvoorbeeld dat er in de middeleeuwen maar op los werd gebrandmerkt, gemarteld en in het schandblok werd gestaan. Ook de verhalen over talloze stadsbranden berusten veelal op menselijke verbeelding, al was die van 1457 wel degelijk verwoestend. Dat 't Jong over de gevolgen van die brand schrijft, duidt erop dat hij het jaar 1421 niet al te strikt als einddatum van zijn verhaal hanteert. Hij wijst er terecht op dat Dordrecht nog heel lang werd beschouwd als 'eerste stad van Holland'. Het was met de Dordtse macht en invloed nog lang niet gedaan na 1421, al werd de stad in de loop der tijd meer en meer overvleugeld door steden als Amsterdam, Rotterdam en Leiden. 
Hoe groot de economische schade van het verlies van de Grote Waard voor Dordrecht was, vind ik moeilijk te bepalen, ten noorden, westen en noord-oosten van de stad lagen immers ook belangrijke landbouwgebieden en de internationale handel kwam er niet door tot stilstand. Terecht wijst 't Jong op het belang van het stapelrecht dat bleef bestaan, al was Dordrecht na de drie opeenvolgende St. Elisabeths-vloeden wel gemakkelijker te omzeilen. Wat de stad economisch vooral ook op achterstand heeft gebracht is volgens mij de val van Antwerpen in 1585, die een vloed van, vaak welgestelde of vakbekwame emigranten vanuit de Zuidelijke Nederlanden naar het noorden veroorzaakte. Er kwamen wel zuiderlingen naar Dordrecht, bijvoorbeeld enkele bekende boekdrukkers, maar ik heb de indruk dat, doordat Dordrecht relatief weinig ruimte had om nieuwkomers te herbergen (de eerste inpolderingen na 1421 begonnen pas omstreeks 1600), andere steden veel meer van de immigratiegolf hebben kunnen profiteren. 
Het is interessant om te lezen dat Dordrecht zich tot internationale handelsstad kon ontwikkelen mede dankzij een aantal stormvloeden in de twaalfde eeuw, waardoor onder meer de Oude Maas ontstond, en dat het verval ook weer door een aantal stormvloeden inzette. Tussen deze reeksen gebeurtenissen schetst 't Jong op duidelijke en ook voor niet-historici begrijpbare wijze de ontwikkeling en groei van de stad, met een aantal verhelderende kaarten en illustraties. Hij baseert zich vooral op de in 1996 verschenen Geschiedenis van Dordrecht tot 1572 van Jan van Herwaarden (e.a.), aangevuld met ondertussen veranderde of nieuwe inzichten. Op knappe wijze schetst hij het ontstaan van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten, zeker in het kader van de Dordtse geschiedenis geen eenvoudige zaak, en maakt hij duidelijk hoe schadelijk deze burgeroorlog, want daar mogen we toch wel van spreken, voor de stad was.

De oudste stad van Holland is niet alleen interessant voor Dordtenaren, maar voor iedereen die belangstelling heeft voor middeleeuwse en/of stadsgeschiedenis. De titel is in lichte mate provocatief, althans zo zou men dat in Geertruidenberg kunnen opvatten, waarvan de stadsbestuurders enkele jaren geleden betwijfelden of Dordrecht zich wel de oudste stad van Holland mocht noemen. Dat was in hun ogen Geertruidenberg, ooit begonnen als Hollandse stad. 't Jong toont overtuigend aan dat Dordrecht wel degelijk recht op de titel heeft en dat de Merwestad waarschijnlijk al omstreeks 1195 stadsrechten heeft gekregen.
Het boek is, maar dat zijn we van Henk 't Jong gewend na zijn voortreffelijke boek De dageraad van Holland, een degelijke, goed en vooral begrijpelijk geschreven stadsgeschiedenis, waarin hij zoveel mogelijk jargon vermijdt. Een genot om te lezen, een must voor iedere Dordtse stadsgids en ook sterk aanbevolen voor de medewerkers van Dordrecht Marketing, waar men nogal eens slordig met de plaatselijke geschiedenis wil omgaan.


Henk 't Jong, De oudste stad van Holland. Opkomst en verval van Dordrecht, 1000 - 1421. Uitgeverij Omniboek, ISBN 9789401916882.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.