dinsdag 25 december 2018

Verdwenen boekenparadijzen in Thessaloniki



Molcho, Barbounakis, Rayas, Loxias, het waren klinkende namen voor boek- en cultuurminnend Thessaloniki. Namen die om diverse redenen tot het verleden behoren, zoals een megalomane investering, het gebrek aan een opvolger, de gevolgen van de crisis of een gebrek aan zakelijk inzicht. In 1987, toen ik voor het eerst in Thessaloniki kwam, was je voor het nieuws uit Nederland nog aangewezen op de krant. Soms vond ik een (meestal Engelse) krant bij een enkele kiosk in het centrum, waar weleens een toerist rondliep, al lieten veel toeristen de stad in die tijd nog links liggen. 'Maar waarom ga je dan niet naar Molcho?' zei Stella, toen ik mijn beklag deed na een vergeefse zoektocht naar nieuws. 

Ik had nog nooit van Molcho gehoord, ook al was het een van de bekendste boekwinkels van de stad. Voortaan als ik in Thessaloniki verbleef, en dat was na mijn huwelijk met Stella zo'n beetje tijdens alle schoolvakanties, haalde ik dagelijks bij Molcho een krant, maar dat niet alleen. Graag ging ik er ook op zoek naar boeken, aanvankelijk Engelse, later ook Griekse. Het was een heerlijk rommelige zaak, gevestigd in de Tsimiskistraat, niet ver van de Ladadika, het toen nog vervallen, maar tegenwoordig aardig opgeknapte uitgaanswijkje niet ver van de haven. De ruimte, verdeeld over twee verdiepingen, was wat klein voor de hoeveelheid boeken en tijdschriften, zodat een deel van de koopwaar, met name de Engelse, Duitse, Franse en Italiaanse boeken, langs de trap was uitgestald, op smalle planken, maar ook wel op de treden zelf, meen ik mij te herinneren. Ik kan het niet meer controleren. Al een paar jaar voor het uitbreken van de crisis besloten Molcho en een andere boekhandel, Promitheas, de krachten te bundelen. De winkel werd grondig en voor heel veel geld verbouwd, ging Molcho-Promitheas heten en bestond daarna uit veel marmer en glanzend koper, maar uit weinig sfeer. De boeken stonden met militaire precisie in het gelid. Een jaar later ging de zaak failliet. 

Stella kocht haar boeken weleens bij Molcho, maar zij ging ook graag naar enkele andere fameuze zaken, Barbounakis in de Aristotelesstraat en Rayas in de Ermou. Beiden waren gevestigd in een souterrain. Je moest een trap af en kwam dan in een kelder vol boeken en tijdschriften. Daartussen bewogen zich de klanten en het personeel, dat desgevraagd advies gaf en vaak op zoek moest naar een schier onvindbaar boek, omdat ook deze zaken prettig rommelig waren en de indeling van de boeken niet altijd logisch was. Althans, zo herinner ik mij dat. Barbounakis sloot een paar jaar geleden de deuren. De zoon van Manolis Barbounakis, de voorlaatste eigenaar, die ook dichter was (hij nam, druk of niet, altijd de tijd om met Stella langdurig over poëzie te praten), had, naar ik mij heb laten vertellen, geen opvolger. Ik sluit niet uit dat ook de gevolgen van de crisis een rol hebben gespeeld. Toen meneer Rayas, een vriendelijke, kleine, wat kalende man die meestal spontaan korting gaf, overleed, probeerden zijn dochters de zaak voort te zetten, maar tijdens de crisis konden ze het niet meer bolwerken. Het souterrain heeft lang leeggestaan.

Literaire tijdschriften kochten we meestal bij Rayas. Dat het wemelde van de letterkundige periodieken is misschien wat sterk uitgedrukt, maar het waren er wel veel. Landelijke, degelijk uitgevoerde bladen als To Dentro en Nea Estia tot en met door plaatselijke, literaire clubjes gefotokopieerde vodjes. De Chronika, de chique 'schoolkrant' van de Experimentele School van de Aristotelesuniversiteit, waar Stella doceerde toen ik haar leerde kennen, naast allerlei studentenblaadjes. Midden in de zaak stond een tafel met vier fauteuils, waar we met enige regelmaat de wat excentrieke dichter Dinos Christianopoulos troffen, die een speciale band met de zaak had. Toen Stella en ik werkten aan een vertaling van zijn gedichten ontving hij ons altijd daar. Had je post of een bericht voor Christianopoulos, dan bereikte je hem via Rayas. 

Toen Ioannis Kyprianidis eind jaren tachtig Loxias begon, in de Isavron, een straatje in de buurt van het Navarinoplein, was het aanvankelijk alleen een boekwinkel. In die winkel plaatste hij een zitje en serveerde hij koffie of een glaasje wijn. Na enkele jaren verhuisde hij van nummer zeven naar nummer vijf, waar in het souterrain de boekhandel werd gevestigd, terwijl op de verdieping daarboven een goed met boeken gevuld kafeneion werd ingericht. Dat kafeneion werd een trefpunt voor kunstenaars en intellectuelen. Er werden muziekavonden, boekpresentaties (Loxias was ook een bescheiden uitgeverij), literaire avonden en lezingen georganiseerd. Na het overlijden van Stella werd Loxias mijn stamcafé, een sfeervol ingerichte, warme plek waar ik mij kon verschuilen, met uitzicht op de ruïne van het paleis van Galerius. Ik maakte er vrienden en ontmoette er mensen als de helaas jong overleden filoloog Sofronis Hatzisavvidis, decaan van de Pedagogische faculteit, en professor Hans Eideneider en zijn vrouw Nikki, een goede bekende van Stella, maar dit terzijde. Had ik een bijzonder boek nodig, voor mijzelf of een bekende uit de Nieuwgriekse wereld in Nederland, dan wist Ioannis dat meestal wel ergens op de kop te tikken. Hij was een vraagbaak voor docenten en hoogleraren op zoek naar boeken die alleen nog antiquarisch te krijgen waren.

Het kafeneion, dat steeds meer het karakter van een bistro kreeg, ging de boekhandel echter overheersen. De winkel was uiteindelijk meer gesloten dan open, omdat Ioannis erop vertrouwde dat klanten wel boven naar boeken zouden vragen. Daar werkten een kok en een aantal mensen in de bediening, de prijzen van de consumpties lagen flink boven het gemiddelde niveau, maar je kon er dan ook heel bijzondere maaltijden en mezedákia krijgen en er was een keur aan buitenlandse, vooral Belgische bieren. Dat ging goed tot de crisis uitbrak. De klandizie liep terug, maar Ioannis weigerde de prijzen te verlagen. Dat zou ook de status van de zaak verlagen. Er moest eigenlijk personeel uit, maar dat gebeurde niet. Ioannis zei desgevraagd: 'Ik ben boekhandelaar, geen restaurateur.' Hij was in de zaak altijd in druk gesprek met de klanten, maar hij nam nooit werk over van zijn personeel. Door de teruglopende klandizie, de dalende omzet en de omhoog schietende belastingen raakte Loxias van lieverlee in de rode cijfers. Twee jaar geleden gooide hij, inmiddels negenenzestig, de handdoek in de ring. Ik mis de zaak nog steeds, ook al zijn er alternatieven voorhanden in Thessaloniki. Gelukkig hebben de meeste stamgasten elkaar teruggevonden dankzij de sociale media. Soms komen we ergens bijeen om wat nostalgisch te mijmeren over de mooie tijden in Loxias.

Cultureel Thessaloniki is door het verdwijnen van Molcho, Barbounakis, Rayas en Loxias een stukje armer, maar je kunt er desondanks nog goed terecht als je op zoek bent naar boeken. Je hebt er de grote zaken van Malliaris Pedia (in een voormalige bioscoop aan de Gounarisstraat, met ook en filiaal in de Ermou) en Ioanos in de Aristotelesstraat en tal van kleinere boekwinkels die zich vooral richten op de vele studenten in de stad, zoals het bekende To Kentri in de Gounarisstraat. Sinds 1 september 2018 is er in het souterrain van Rayas weer een, naar mijn smaak te modern ogende, boekwinkel gevestigd, onder de naam Bookbox. Wie weet herrijst er ooit weer een soort Loxias uit de as van de economische crisis, al ben ik bang dat we daar nog lang op moeten wachten.

In licht gewijzigde vorm gepubliceerd in Lychnari 2018, nr. 4.

Foto: auteur


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.