Eigenlijk verdient het plaatjesboek zonder plaatjes (want die moet de lezer zelf sparen) dat een paar dagen geleden in mijn brievenbus rolde geen enkele aandacht, ware het niet dat de gemeente Dordrecht er veertigduizend euro in heeft gestoken, in het kader van de viering van '800 jaar' Dordrecht. Er is niets mis met aandacht vragen voor de rijke geschiedenis van Dordt, maar wel als dat gebeurt in de vorm van een gedeeltelijk door gemeenschapsgeld gesponsord niemendalletje waarin nogal wat onzin over de geschiedenis van de stad staat. Platitudes en bombastische pocherij rijgen zich aaneen, waardoor de indruk wordt gewekt dat Dordrecht zich nogal als een opscheppertje manifesteert.
Dat er wat druk- en taalfouten in staan (bijvoorbeeld 'Vrij Statenvergadering', een pand die is gerestaureerd, hoofstraten) ach, dat kan gebeuren. Weinig boeken zijn foutloos, al duidt het wel op een slordige redactie. Wie is die redactie eigenlijk, vroeg ik mij af. In het colofon staat:
'Tekst- en beeldredactie:
Regionaal Archief Dordrecht, Gemeente Dordrecht, Het Dordt Boek, Ach Lieve Tijd, Dordrecht Marketing'
Geen enkele naam dus van degenen die verantwoordelijk zijn voor de inhoud. Wel het Regionaal Archief, waarvan ik me niet kan voorstellen dat het voor zo'n schaamteloos domme tekst verantwoordelijkheid zou willen nemen. De Gemeente Dordrecht? Hoe dan? Wie dan? Het Dordt Boek? Zouden de auteurs daarvan eigenlijk wel weten dat ze hieraan hebben meegewerkt en zo ja, schamen ze zich dan de ogen niet uit het hoofd? Ach Lieve Tijd? Dat is een interessante verzamelband van katernen over de Dordtse geschiedenis van Uitgeverij Waanders en wat toen nog het Gemeentearchief Dordrecht heette uit de tijd van burgemeester Jan Noorland, die dat ambt van 1985 tot 2000 bekleedde. Hoezo Ach Lieve Tijd? En dan Dordrecht Marketing. Wie van Dordrecht Marketing? Iemand die echt iets meer weet van de stadsgeschiedenis dan wat reclamekreten? Ik krijg enigszins kriebels over mijn rug, dat gebeurt vaker als ik de indruk heb dat ik in het ootje word genomen.
In het colofon staat ook nog dat het 'concept' en de 'productie' in handen waren van Tomorrow, Rotterdam, een bureau dat zich toelegt op lokale promoties. Op hun website vind je het kant en klare concept Verzamel historie van jouw plaats. We weten dus in ieder geval dat de betrokken supermarkten en Dordrecht Marketing het niet zelf hebben verzonnen. Ik ben er niet bij geweest, maar mag ik vrezen dat een enthousiaste amateur van Tomorrow verantwoordelijk is voor de bedroevende inhoud van dit plaatjesboek Dordrecht 800 jaar?
Veertigduizend gemeentelijke euro's, dat is niet niks, dan verwacht je enige kwaliteit, maar wat krijg je? Allereerst de onwaarheid dat Dordrecht in 1220 stadsrechten kreeg van graaf Willem I. Inmiddels is door de Dordtse mediëvist Henk 't Jong overtuigend aangetoond dat het ging om een uitbreiding van al bestaande stadsrechten. Dordrecht is ouder dan 800 jaar, al 1000 geleden was er sprake van bewoning en het was hoogstwaarschijnlijk voor 1200 al een stad.
Ik zou bijna zeggen dat we 'natuurlijk' de foutieve voorstelling tegenkomen van de St. Elizabethsvloed van 1421. Dat er meerdere overstromingen waren en dat er niet in één klap een vloedgolf met duizenden slachtoffers over het land kwam is inmiddels op ruime schaal bekend, maar niet bij de makers van Dordrecht 800 jaar. Gezaghebbende of recente literatuur over de Dordtse geschiedenis (de driedelige Geschiedenis van Dordrecht, de serie Verhalen van Dordrecht, het boek De oudste stad van Holland van Henk 't Jong en de tijdschriften Oud-Dordrecht en Dordrecht Monumenteel) lijkt bij de makers onbekend. Dat is niet erg voor een reclamefoldertje, maar wel als dat in een luxe uitgave met gemeentelijke subsidie is gemaakt.
De makers zijn weinig consequent. Zo wordt ergens geschreven dat Dordrecht sinds 1421 een eiland is. Ergens anders zegt men dan weer dat Dordrecht altijd al een door water omspoeld eiland was. Eerst geen, dan wel en dan altijd een eiland en nog door water omspoeld ook. Toe maar.
Men gaat op thematische wijze door de geschiedenis. Dat is een keuze, maar het maakt de tekst warrig. En slordig. Op bladzijde 10 lezen we 'Sportverenigingen kwamen pas door de toename van de vrije tijd in onze eeuw tot ontwikkeling.'
Pardon, onze eeuw? Het lijkt alsof de makers even in het geschiedenisboekje hebben gekeken dat ze vroeger op de mavo gebruikten en klakkeloos een zinnetje hebben overgeschreven.
Iets natrekken doen ze ook niet. De toren van de Grote Kerk wordt trots schever dan de toren van Pisa genoemd. De Dordtse toren staat volgens de makers maar liefst twee meter uit het lood, 'waardoor deze zelfs schever staat dan de wereldberoemde Toren van Pisa' (blz. 32). Laat die wereldberoemde toren nu ongeveer 4,5 meter uit het lood staan.
Naarmate ik meer doorblader, zie ik meer treurigheid. Jawel, lees ik: 'De rol van Dordrecht in de vorming van de natie is groot' (blz. 29). En dan volgt uiteraard het aanvechtbare verhaal waarin het belang van de eerste 'vrije' statenvergadering nogal wordt overdreven en dat inmiddels door flink wat historici onderuit is gehaald. Op dezelfde bladzijde staat een warrig stuk over het stadsbestuur, waaraan geen touw is vast te knopen en lees ik: 'dat de grafelijkheid de stad in de beginjaren als volledig eigendom bestierde.' Zucht. Ga Henk 't Jongs De dageraad van Holland eens lezen, zou ik zeggen.
Op bladzijde 13 wordt gezegd dat Jan van Brabant in 1418 'de Dordtenaren vijf weken in het nauw' bracht. Ja, maar hij liep daarbij wel een bloedneus op. Een regel later laten ze de Watergeuzen wel de stad veroveren. Althans de tekst leidt tot die foute conclusie. Zo gaat het maar door. Wel de Dordtse Synode noemen (1618/19), maar met geen woord over de Remonstranten reppen. Over de nijverheid in de 17e eeuw schrijven en daarna de scheepswerven van Gips en Schouten noemen, zonder erbij te vermelden dat we het dan toch echt over de 19e eeuw hebben. Oranje Wit opvoeren als 'eerste voetbalvereniging met een levensbeschouwelijke achtergrond' (1925), maar geen woord wijden aan de echt oudste voetbalclub van de stad, DFC, dat is opgericht in 1883.
Als de aanleg van de hogedrukwaterleiding wordt genoemd, vertel je er natuurlijk niet de belangrijkste aanleiding bij, de voortdurende cholera-epidemieën die in de zomers de stad teisteren. Zo kan ik doorgaan, maar het is wel genoeg. Over de reclamepagina's zwijg ik, het is tenslotte een reclameboekje dat zo snel mogelijk de papierbak in moet. De plaatjes zullen best mooi zijn, maar als ik een goed leesbaar, interessant en van mooie illustraties voorzien boekje over de geschiedenis van Dordrecht wil lezen, dan pak ik de Canon van Dordrecht van het Augustijnenhof wel, een mooie leidraad om je verder in de materie te verdiepen. De gemeente Dordrecht had er beter aan gedaan om die veertigduizend euro te besteden aan het huis-aan-huis verbreiden van dat leuke en nuttige boekje.