"... for the greatest miracle of all was surely the outcome of the war itself," schrijft Mark Mazower (hoogleraar geschiedenis aan de Columbia University in New York) op pagina 460 van zijn lijvige (573 bladzijden) studie over de Griekse revolutie die begon in 1821 en die eindigde in juli 1832 toen de Osmaanse sultan Mahmut II het koninkrijk Griekenland officieel erkende. Dat was het begin van de Osmaans-Griekse na 1923 Turks - Griekse relatie, die tot op de dag van vandaag niet geheel onproblematisch kan worden genoemd.
Vijf jaar eerder zag het er voor de Griekse opstandelingen buitengewoon slecht uit. De Osmaanse opperbevelhebber Ibrahim Pasja, zoon van Mehmet Ali Pasja, heerser over Egypte en grondlegger van het Egyptische koningshuis, had vrijwel geheel het opstandige vasteland van Griekenland heroverd en stond op het punt de eilanden Hydra en Spetses, bases van de vooral uit piraten en kapers bestaande Griekse zeemacht, te veroveren, wat hoogstwaarschijnlijk het einde van de revolutie zou hebben betekend.
Het lot wilde echter anders. Op 20 oktober 1827 werden de gecombineerde Osmaanse en Egyptische vloten in de baai van Navarino, het huidige Pylos, vernietigend verslagen door een Frans-Engels-Russische vloot onder opperbevel van admiraal Codrington. Het Russische smaldeel werd aangevoerd door de Nederlander Lodewijk, graaf van Heiden, de enige uit Drenthe afkomstige Nederlandse zeeheld, die zijn sporen verdiende in Russische dienst. Hij zou volgens de overlevering Berend Botje uit het bekende kinderliedje zijn, maar dit terzijde.
In zijn bekende, levendige stijl van schrijven schotelt Mazower ons een uiterst gedetailleerd beeld voor van de aanvang en het verloop van de Griekse revolutie, die begon met inval van prins Alexander Ypsilantis in Walachije op 22 februari 1821. Een inval die al spoedig mislukte omdat de Russische tsaar niet bereid was de opstand te steunen.
In maart daarop breekt een aantal lokale opstanden uit in de Morea (Peloponnesos) die tenslotte uitgroeiden tot de revolutionaire strijd aan het einde waarvan het koninkrijk Griekenland zou ontstaan, iets dat de opstandelingen volgens Mazower aanvankelijk nog niet voor ogen stond. Voor de meeste leiders van de opstand, grootgrondbezitters, zoals de Deliyannisfamilie, of voormalige roverhoofdmannen, zoals Theodoros Kolokotronis en andere warlords, ging het in de eerste plaats om macht en zelfverrijking. Mazower rekent grondig af met de heldenstatus die mannen als Kolokotronis, Petros Mavromihalis en Odysseus Androutsos, om er slechts enkele te noemen, in de latere nationalistische, Griekse geschiedschrijving werd aangemeten. Gedurende de oorlog bestreden Griekse warlords elkaar soms vaker en gretiger dan de Osmanen. Schokkend zijn de verhalen van Griekse bendes, 'irregulars' noemt Mazower hen, die Griekse dorpen en steden plunderen, even schokkend als het uitmoorden of in slavernij brengen door de Grieken van een groot deel van de moslimbevolking op de Peloponnesos. Dat de Osmanen er ook wat van konden bewijst het plunderen en moorden op Chios in april 1822. Een gebeurtenis die zijn weerslag had in heel Europa.
Naast deze gruwelverhalen beschrijft hij ook heldendaden, zoals het tot zinken brengen van het Osmaanse vlaggenschip bij Chios door admiraal Kanaris en de taaie verdediging van Messolonghi (1825/26), met de dappere, zij het deels mislukte, wanhoopspoging van de verdedigers om met vrouwen en kinderen door de linies van de belegeraars heen te breken. Het maakt het boek tot een evenwichtige studie.
Mazower schetst de rol van, vaak in het buitenland gevormde, Griekse intellectuelen, zoals Adamantios Koraïs en Alexandros Mavrokordatos vis-a-vis die van aanhangers van de Filiki Etairia, opgericht door Grieken in Odessa, die volgens de intellectuelen veel te hard van stapel liepen omdat de tijd voor een opstand in hun ogen nog niet rijp was. Mavrokordatos begreep dat de strijd nooit gewonnen kon worden zonder steun van de Europese mogendheden en dat daarvoor een overkoepelende, representatieve Griekse regering nodig was, iets waar de grootgrondbezitters en warlords eigenlijk niets van moesten hebben. Dat er uiteindelijk iets van zo'n regering ontstond, al had die meestal weinig in de melk te brokkelen, is een klein wonder op zich.
Uitgebreid komt de rol van het filhellenisme in Europa en America aan bod en de invloed ervan op het verloop van de strijd. De dood van lord Byron in Messolonghi, weliswaar niet door een kogel, maar door malaria, veroorzaakte een schokgolf in Europa. Mazower legt ook verbanden met het liberale streven naar parlementaire democratie in Europa en het abolitionisme, de strijd voor afschaffing van de slavernij in de VS en de Europese kolonies. De ondertitel luidt niet voor niets '1821 and the Making of Modern Europe'. Dat maakt van The Greek Revolution een bijzonder rijke en belangrijke studie, die qua diepgang en kwaliteit in zijn soort niet snel zal worden overtroffen, vermoed ik. Een absolute noodzaak voor iedereen die de geschiedenis van Griekenland en Europa een warm hart toedraagt.
Mark Mazower, The Greek Revolution. 1821 and the Making of Modern Europe. Penguin Random House UK, 2021.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.