dinsdag 22 juni 2021

Over een moord en een slimme publiekstrekker




Op de lagere school moesten wij het, wat de geschiedenislessen betreft, doen met de verhalen van de meester en twee flinterdunne boekjes van G. Prop, getiteld Vaderlandse geschiedenis in woord en beeld. In deel 1 behandelde Prop de geschiedenis vanaf de Hunebedbouwers tot en met de dood van Willem de Zwijger. Ook de Hollandse graaf Floris V kwam aan bod. Over hem meldt Prop op pagina 31 van mijn 16e druk (1958):


1. Willem II, graaf van Holland, was door de Duitse vorsten tot Rooms-Koning gekozen; als hij te Aken zou gekroond zijn, was hij keizer geworden; maar in 1256 sneuvelde hij tegen de West-Friezen.

2. Zijn zoon Floris V was de vriend der dorpers en poorters, welke hij beschermde tegen de edelen, die alle mindere volk minachtten: ze noemden Floris spottend: "der kerelen God".

3. Daarom haatten de edelen hem: vooral, toen hij van sommigen het land afnam en 't hun slechts in leen teruggaf. (De graaf heette dan leenheer, de edele leenman).

4. Na een feest te Utrecht namen een aantal ontevreden edelen, o.a. Gerard van VelzenGijsbrecht van Amstel en Herman van Woerden, de graaf gevangen.

5. Ze wilden hem naar Engeland laten brengen, maar toen het landvolk in grote groepen kwam aanlopen, vermoordden de edelen Floris V (1296).




Prop toon zich een meester in de beperking. We vergeven hem graag het foutje 'namen een aantal'. Sprekend verslik ik me ook weleens in dat vaak als meervoud aangeziene enkelvoud, maar ondertussen zat ik als in geschiedenis geïnteresseerde schooljongen wel vast aan dat beeld van die kerelen God, die door ontevreden edelen in het aanzicht van het aanlopende landvolk aan zijn einde kwam. 

Toen ik wat jaren later naar de Pedagogische Akademie ging, om zelf bekwaam te worden in het lesgeven in, onder veel meer, de vaderlandse geschiedenis, gaf Dr. A. van Hulzen in deel 1 van zijn Vaderlandse Geschiedenis (Groningen 1970) een completer beeld van Floris V, uitgaande van wat men toen dacht te weten: Floris was er vooral op uit om de grenzen van zijn graafschap te verleggen. 

Dat laatste nu, blijkt mediëvist Henk 't Jong, in zijn onlangs verschenen boek De tombe van Floris V, niet te onderschrijven. Hij komt tot de conclusie 'Dat hij [Floris V - KK] een behoorlijke invloed heeft gehad op de groei van zijn graafschap, zonder dat er een uitgewerkt plan klaarlag om land te veroveren, zoals in de schoolboekjes en de Canon wordt gesuggereerd' (p. 198)En dat al niet eens meer in de jongste versie van de Canon van de Nederlandse geschiedenis, waaruit Floris V is geschrapt.

In de ogen van 't Jong was Floris V iemand die een rol speelde 'als typisch middeleeuwse vorst met wie dingen gebeurden in plaats dat hij ze veroorzaakte'. In zijn boek stelt Henk 't Jong, op grond van uitgebreid bronnenonderzoek, het niet geheel juiste beeld bij dat wij hadden van deze belangrijke zoon van rooms-koning Willem II. Hij doet dat, zoals we van hem gewend zijn uit zijn eerdere boeken (over het graafschap Holland en over Dordrecht, in de middeleeuwen lange tijd de belangrijkste stad van dat graafschap), in eenvoudige, duidelijke taal, waarin overbodig jargon wordt vermeden, zodat het verhaal ook voor de belangstellende leek begrijpelijk is. Het boek is ruim geïllustreerd, waarbij 't Jong, ook heraldicus, zelf een aanzienlijk deel voor zijn rekening neemt.

De tombe van Floris V gaat niet alleen over het leven en de betekenis van Floris, maar, de titel zegt het al, ook over zijn tombe. Die staat namelijk in de Sint-Laurenskerk in Alkmaar, maar er is iets vreemds mee aan de hand. Volgens de bronnen is de graaf niet in Alkmaar begraven, maar in Rijnsburg. Hij zou wel direct na zijn gewelddadige dood naar Alkmaar zijn gebracht en daar opgebaard hebben gelegen. Bij die gelegenheid zou hij zijn gebalsemd. Een inscriptie van zo'n twee eeuwen later vermeldt dat in de Alkmaarse kerk de ingewanden van de graaf begraven zijn. Inscriptie en tombe dateren van kort nadat de kerk in 1468 door een omvallende toren zo werd beschadigd dat hij opnieuw moest worden opgebouwd. Dat er sprake was van het begraven van ingewanden op de ene en het lichaam op een andere plaats, acht 't Jong niet aannemelijk. Wel dat hier waarschijnlijk sprake is van wat we heden ten dage een slimme truc zouden noemen om publiek te trekken. De wederopbouw van de kerk was immers een dure zaak.

In De tombe van Floris V leren we niet alleen een andere Floris kennen dan die uit de schoolboekjes, maar we komen ook het nodige te weten over zijn intelligente manier van besturen en zijn rol in de internationale diplomatie. Het op het oog nietige Holland en zijn op tragische wijze omgekomen graaf speelden daarin een niet onbelangrijke rol. Het verhaal van de tombe is daarbij intrigerend en hier ontpopt 't Jong zich als een zorgvuldig speurende detective. Zijn kritiek op sommige van zijn voorgangers, en vooral op de schoolboekenschrijvers, snijdt hout. Dat is allemaal op prettige wijze te lezen in een boek dat mij van begin tot einde heeft geboeid.

Henk 't Jong - De tombe van Floris V. Het tragische einde van de graaf van Holland. Omniboek, Utrecht 2021.

zondag 20 juni 2021

Het berouw van Henry VIII




De lijvige biografie van Thomas Cromwell (1485-1540), geschreven door de Oxfordse hoogleraar in de kerkgeschiedenis Diarmaid MacCulloch, vereist niet alleen enig zitvlees, maar de lezer moet beschikken over een behoorlijke kennis van de geschiedenis van England onder de Tudors en niet bang zijn van enige details. Bij de gemiddelde lezer zal Thomas Cromwell, overigens geen directe voorzaat van Oliver Cromwell, de latere Lord Protector van Engeland, kennen van de trilogie door Hilary Mantel. Mantel heeft voor die serie uitstekend onderzoek gedaan, maar het blijft fictie. Met Thomas Cromwell. A Revolutionary Life beschikken we over een wetenschappelijk verantwoorde levensbeschrijving van deze uitzonderlijke dienaar van koning Henry VIII (1491-1547).


In zijn studie legt MacCulloch de nadruk op de carrière die Cromwell maakte, aanvankelijk als dienaar van kardinaal Wolsey en, nadat deze in ongenade was gevallen, van Henry VIII. De jeugdjaren van Cromwell komen slechts aan de orde waar dat relevant is voor zijn latere carrière, zoals zijn Italiaanse connecties. Cromwell valt op door zijn tomeloze energie en uitzonderlijke, bestuurlijke talenten, waarbij hij, ondanks zijn groeiende macht en invloed, aanvankelijk buiten de schijnwerpers wist te blijven. Vrij laat in zijn carrière werd hij verheven tot baron Cromwell of Wimbledon en in het jaar van zijn dood, 1540, werd hij earl of Essex. Van meer belang waren de ambtelijke functies waarin hij stap voor stap werd benoemd en die getuigden van zijn groeiende macht en invloed. Als Lord Privy Seal werd hij de belangrijkste adviseur van de nogal wispelturige en soms overhaast oordelende Henry VIII.


Cromwell speelde een grote rol in de scheiding van Henry VIII van Catharina van Aragon en het totstandkomen van het huwelijk met Anne Boleyn, waardoor er uiteindelijk een scheuring ontstond tussen de Engelse kerk en Rome. De Anglicaanse kerk die zich daaruit ontwikkelde draagt volgens MacCulloch in sterke mate het stempel van Cromwells bemoeienissen. Een en ander betekende ook dat onder zijn leiding de geleidelijke ondergang van het Engelse kloosterleven een feit werd, een ontwikkeling die de kroon geen windeieren legde. 


Thomas Cromwell speelde ook een belangrijke rol in de val van Anne Boleyn. Nadat de moeder van de latere koningin Elizabeth I wegens hoogverraad in 1536 werd onthoofd, trouwde Hendrik nog hetzelfde jaar met Jane Seymour. Saillant detail: Cromwells zoon Gregory zou een jaar later trouwen met haar zuster Elizabeth, waardoor hij een zwager van de koning werd en oom van de latere koning Edward VI. De Lord Privy Seal was echter ook verantwoordelijk voor het ongelukkige huwelijk van Henry VIII met Anna van Kleef (1540) en die bemoeienis zou uiteindelijk leiden tot zijn val en executie wegens hoogverraad op 28 juli 1540.


Een van de grootste verdiensten van Cromwell is volgens MacCulloch de rol die hij toebedeelde aan het parlement. Waar in de loop van de zestiende eeuw de invloed van veel uit de middeleeuwen stammende parlementen tanende was, door een opkomend centralisme onder de vorsten, was dat bij het Engelse, mede onder invloed van Cromwell, niet het geval en bleef het een factor van betekenis. De val van Cromwell, mede bewerkstelligd door enkele gezworen vijanden, zoals de hertog van Norfolk en Stephen Gardiner, de conservatieve bisschop van Winchester, betekende dat Henry VIII zichzelf beroofde van zijn meest capabele bestuurder. Dat hij spoedig spijt kreeg van zijn ondoordachte optreden, leidt MacCulloch af uit het feit dat niet alleen op allerlei terreinen het door Cromwell ingezette beleid werd voortgezet, maar dat ook zijn belangrijkste dienaren, zoals sir William Cecil and sir Ralph Sadler, hun posities aan het hof behielden. Zijn zoon, baron Gregory Cromwell, raakte na de executie van zijn vader niet uit de gunst bij Hendrik VIII.


MacCullochs studie mag met recht een monumentaal werk worden genoemd, dat berust op uitgebreid bronnen- en literatuuronderzoek en dat naar mijn mening nog vele jaren hét standaardwerk over Thomas Cromwell als rechterhand van Henry VIII zal blijven.


Diarmaid MacCulloch - Thomas Cromwell. A Revolutionary Life. 728p. Viking. New York 2018.